Dogma

De bloedhitte zou het je niet doen vermoeden maar ik zie hier iemand aan een skilift voorbij komen. Op de stoep voor ons bescheiden voortuintje sla ik het tafereel bijna dagelijks gade.
Op gezette tijden, zie ik een kale, wat norsig ogende buurtman voortgesleept worden over het trottoir. Zijn blik waakzaam rustend op voor mij willekeurige plekken, de doelmatigheid waarmee hij om zich heen kijkt doet echter de aanwezigheid van een hoger plan vermoeden in ’s mans brein. Achteroverhellend om tegenwicht te bieden aan de voortstuwende krachten – zijn niet bescheiden doch niet overdreven – buik functioneert als de benodigde ballast om het zwaartepunt laag te houden. Het leidsel dat hij met zijn ene hand stevig omklemt staat strak gespannen, schuin naar de grond gericht.

Mij verwonderend over dit fenomeen maar voldoende berustend in het feit niet alle fenomenen logisch verklaarbaar zijn, en willen verklaren soms tot niets lijdt dan de creatie van dogma’s en theorieën die vervolgens met hand en tand verdedigd moeten worden om in leven te blijven ben ik menig maal op de bank blijven liggen. Met een vreemde mengeling van gevoelens als acceptatie en onrust, aanschouwde ik de door de skilift voortgetrokken buurtman.

Het moet de stand van de maan geweest zijn, of misschien was het het feit dat het dagelijkse mediteren er een dag of twee bij ingeschoten was en daarmee de innerlijke rust en acceptatie het van mijn nieuwsgierigheid verloor. Ineens was ik benieuwd. Benieuwd naar hoe het mysterie zich achter het lage muurtje voor onze tuin voltrok. Daar waar het uiteinde van het lederen leidsel zich verschool. Daar waar een voor mij onbekende kracht mijn buurtman norsig hellend voortjoeg.

Cesar Millan, the dog whisperer, had hier een aardige klus aan gehad, was mijn eerste gedachte toen ik op een dag besloot mijn hoofd wat op te lichten bij het voorbijkomen van de voortgestuwde buurtman. Juist voldoende om achter het lage muurtje van de tuin de rug van een herdershond te kunnen onderscheiden. Aha! Het was zijn hond die hem daar door de straten sleepte!

Althans dat dacht waarschijnlijk de buurtman. Afgaande op de dominante houding van het Mechelse herdersmannetje zou je ook kunnen concluderen dat deze ‘zijn mens’ aan het uitlaten was.
Nu begreep ik ook de blik van de buurtman, die ik eerder als waakzaam interpreteerde. Het was een mix van angst en verbazing. De euforie die het vinden van een verklaring voor dit fenomeen met zich meebracht was van korte duur. Ik liet mijn hoofd weer zakken. Hopeloos, dacht ik. En ik kan het weten, want ik heb heel veel naar Cesar Millan gekeken.

Plaats een reactie